Kledingadvies Spitsbergen - wat voor kleding moet ik dragen?
Heerlijk, een wintervakantie geboekt naar Spitsbergen. Lekker de hele week actief buiten zijn en genieten van de sneeuw. Maar… heb je nog speciale kleding nodig?
Zeeklimaat
In Noord-Noorwegen en Spitsbergen heerst een zeeklimaat. Door de invloed van de Warme Golfstroom is het weer in Noord-Noorwegen veel gevarieerder. De temperatuur is ook veel milder. Een thermo overall is dan ook helemaal niet nodig! Uiteraard krijg je wel een volledige uitrusting als je deelneemt aan een sneeuwschoenwandeling, een wildsafari, een boottocht e.d.
Slecht weer bestaat niet: slechte kleding of een slechte voorbereiding wel!
Wij raden je aan om goed voorbereid naar Noord-Noorwegen te gaan en te zorgen voor goede, functionele (onder)kleding. Weten waar je naar toe gaat en wat voor weer het wordt is bepalend in de keuze van de spullen die je meeneemt. Maar het principe achter de uitrusting is vaak hetzelfde. Tegenwoordig wordt daarom vaak het 3-lagen systeem gebruikt. Het is een eenvoudig hulpmiddel om te zorgen dat je voor elke omstandigheid de juiste spullen bij je kunt hebben en daarmee zo comfortabel mogelijk blijft. Deze bestaat uit (1) de basislaag (base-layer) ook wel thermisch ondergoed genoemd. (2) de middenlaag (mid-layer), een laag die warmte vasthoudt en (3) de buitenste laag (shell-layer) die wind en water buiten houdt.
Voor de winter werkt het drie-lagen systeem perfect met toevoeging van één vierde laag. Bij lage activiteit zullen de meeste kledingstukken niet voldoende warmte kunnen vasthouden als de buitentemperatuur onder de 0°C begint te komen. De thermo overall die wordt uitgereikt is lekker voor op de sneeuwscooter maar door hetgewicht minder praktisch tijdens een wandeling of bij het kijken naar het noorderlicht.
De onderlaag (base-layer) – voor vochtregulering en eerste verwarming (isolatie)
Omdat een vochtige huid niet comfortabel aanvoelt en bij koude de warmte direct aan het lichaam onttrekt is een goede onderlaag van groot belang. De onderlaag zorgt ervoor dat vocht direct van de huid wordt opgenomen en kan worden doorgevoerd naar de volgende laag. Een katoenen shirt bijvoorbeeld neemt wel het vocht op maar blijft dat vast houden. Als gevolg daarvan wordt het vocht niet naar buiten toe getransporteerd en blijft het warmte onttrekken. Een synthetische of wollen onderlaag functioneert dan vele malen beter. Wollen ondergoed heeft daarbij nog het voordeel antibacterieel te zijn waardoor het niet, of in elk geval veel minder snel, zal gaan ruiken. Hierdoor kan het dus meerdere keren worden gedragen zonder te hoeven wassen. Synthetisch ondergoed, vaak gemaakt van polyester, is licht en droogt snel, maar moet na één dag zeker in de was.
Belangrijk is dat het ondergoed netjes aansluit rond het lichaam. Dat voorkomt luchtstromen die weer koude meenemen en uw lichaam afkoelen. Een te strakke onderlaag zorgt voor verminderde bewegingsvrijheid en in het ergste geval kan het de bloedsomloop beperken. In de wintermaanden kunnen korte onderbroeken en shirts het beste worden vermeden, lange mouwen en pijpen houden warmte beter vast en dragen ook comfortabeler tijdens het omkleden. Je lichaam wordt dan niet direct aan kou bloot gesteld.
De tussenlaag (mid-layer) – voor warmte opslag en verdere vochtafvoer
Waar de onderlaag in eerste instantie vocht moet afvoeren, dient de tussenlaag voornamelijk als isolatie. Lichaamswarmte moet worden vastgehouden, terwijl vocht aan de onderlaag moet worden aangenomen en vervolgens doorgevoerd moet worden naar de buitenlaag. De warmte wordt vastgehouden doordat er een laag met stilstaande lucht tussen deze laag en uw lichaam wordt bewaard. Deze lucht wordt door het lichaam verwarmd en zorgt zodoende voor een beschermende laag tegen de kou.
In veel gevallen geldt daarbij hoe dikker hoe warmer, maar vaak ook hoe zwaarder. Er bestaan verschillende materialen die gebruikt kunnen worden om de warmte vast te houden. De meest bekende is fleece. Fleece is vaak een polyester dat door een wattige structuur warmte weet vast te houden. Het is echter niet wind- of waterdicht. Wanneer het kouder wordt kunnen natuurlijk meerdere lagen fleece over elkaar heen worden getrokken. Denk eraan bij aankoop dat de laag die je als buitenste wilt dragen een maatje groter aangeschaft zal moeten worden om lekker te blijven zitten.
De buitenlaag (shell-layer) – voor warmte opslag, verdere vochtafvoer én bescherming
Om jezelf te beschermen tegen weer en wind heeft u een goede buitenlaag nodig. Er zijn twee soorten shell-layers: wind- en waterdichte lagen, ook vaak hardshell genoemd en de andere wat minder bekende softshell. Softshells zijn winddichte en waterafstotende lagen. Dit is een belangrijk verschil want een softshell kan dus niet als regenjas worden gebruikt.
Als je voornamelijk een rustige vakantie gaat boeken, kun je een buitenlaag dragen met een vaste voering. Dan hoef je maar één laag aan te trekken als je naar buiten gaat. Vaak zijn deze echter bij een sneeuwschoen wandeling te warm. Je kunt met de ritsen aardig ventileren, maar dan worden sommige delen koud terwijl andere delen te warm worden.
Plan je een actieve vakantie dan is een shell-layer het meest geschikt. Op die manier kun je kledingstukken afwisselen en daarmee inspelen op een veranderende omgeving of je mate van activiteit. Wanneer je echt stil gaat zitten wordt de vierde laag interessant en kun je die over een waterdichte jas heentrekken.
Voor de winter heeft de shell-laag bij voorkeur afgeschermde ritsen. Op die manier ben je beschermd tegen alle weerelementen. Bij natte sneeuw kunnen bijvoorbeeld ijskristallen zich afzetten tussen de tanden van de rits, waardoor de rits blijft "hangen". Hoe grover de tanden van de rits, hoe beter de rits blijft werken.
De vierde laag
De vierde laag biedt met name isolatie wanneer je stil zit, bijkomt van een activiteit of kouwelijk bent aangelegd. De vierde laag bestaat vaak uit materialen als dons en primaloft. Door de bijzondere goede eigenschappen van deze materialen wordt per gram gewicht meer warmte vastgehouden. Ook zijn de materialen goed klein te maken waardoor ze ideaal zijn om in de rugzak mee te nemen. De meeste donsjasjes kunnen zelfs in hun binnenzak worden weggestopt. Zodra je ze daar uithaalt en aantrekt zet het dons uit waardoor een grote hoeveelheid lucht vast wordt gehouden tussen de donsveertjes. De buitenlaag van een vierde laag is altijd winddicht, maar wederom niet waterdicht. In de winter is dat ook niet nodig omdat regen bijna nooit voorkomt. Mocht het toch nat worden dan houdt het waterafstotende laagje van de isolatielaag het meeste vocht tegen.
Handen en voeten
Ook voor de bescherming van handen en voeten geldt dat ze droog moeten blijven, transpiratievocht kwijt moeten kunnen en beschermd worden tegen wind en neerslag. Geen katoen in verband met het vasthouden van vocht! Zorg ervoor dat schoenen en wanten (beter dan vingerhandschoenen) niet te strak zitten want een goede doorbloeding is juist belangrijk om deze uiteinden van het lichaam warm te houden! Neem goed en stevig schoeisel mee, zoals waterdichte sneeuwlaarzen, berg- of wandelschoenen, uiteraard gevoerd en met een goed zoolprofiel. Speciale sneeuwlaarzen zijn ter plaatse voorhanden.
Hoe bescherm ik mijn ogen?
Net zoals het dragen van geschikte kleding voor de koude is het belangrijk aandacht te besteden aan bescherming van de ogen. Het dragen van een goede zonnebril beschermt je tegen de extra UV-straling die weerkaatst wordt door de sneeuw. Een skibril beschermt de ogen tegen UV licht en de kou maar biedt ook goed zicht bij schemerlicht, sneeuw en mist. Dit geldt ook voor lenzendragers.